geschreven door Dick de Kleuver, met hulp van Harry en Lijda
Ze zou hem later nog veel zien…..
Als je 2 jaar oud bent, dan kun je nog niet overal bij. Waarschijnlijk heeft Klaas de kleine Riek Brijder opgetild om haar in de wieg te laten kijken. Ze waren in de buurt met het schip, dus konden Leida en Klaas Brijder wel even bij hun “halve” familie langs waar net een jongetje geboren was: Dick de Kleuver.
Op 31 oktober 1915 werd in Schoten (dat valt nu onder Haarlem) mijn vader geboren in de De la Reijstraat 33 rood. Zijn naam is Dirk Roelof de Kleuver maar hij zal vooral Dick genoemd worden. Er wordt gezegd dat die naam gekozen is omdat zijn oma Derkje heette. Derkje Post was de moeder van Femmegien van den Berg en dat is Dicks moeder. Toen de man van Derkje , Gerrit van den Berg, was overleden is zij met Peter Brijder getrouwd.
Peters eerste vrouw Hermina Aleida Struik was gestorven en met haar had hij 6 kinderen, de vierde was Klaas Brijder, de vader van Riek.
Door het huwelijk van Peter en Derkje leken Dick en Riek neef en nicht, maar zo eenvoudig was dat dus niet. Maar toch wel een beetje “halve familie”.
Een maand later op 28 november werd Dick gedoopt in de Noorderkerk in de Ridderstraat in Haarlem. Deze kerk is nu niet meer in gebruik.
Het gezin waar Dick in werd geboren bestond uit vader Hermanus Tobias de Kleuver (Her, geboren in Kralingen, Rotterdam), die kleermaker is in dienst bij de firma Karstens in de Grote Houtstraat. Later verhuizen ze naar de Patrimoniumstraat 1. Daar wordt Her zelfstandig kleermaker. Zijn moeder is Femmegien van den Berg, die in Kampen geboren is. Er zijn al 3 kinderen: Jo(hannes), Gerrit en Jacobus (Co). Na Dick wordt er een meisje geboren, maar zij wordt als levenloos aangegeven. Daarna komen nog Herman, Fem en Paul (Poulus). Co en Dick konden goed met elkaar opschieten. Ze staan vaak samen op de foto. Co is niet erg oud geworden.
Thuis stond een typisch gereformeerd instrument: een harmonium. Waarschijnlijk speelde vader Her erop en hebben de kinderen les gekregen. Dick kon er goed op spelen en beheerste het notenschrift. Zijn hele leven heeft hij orgel gespeeld.
In 1935 wordt hij, zoals alle jongemannen, gekeurd. Maar het lijkt een formaliteit, omdat op 7 maart 1934 al een besluit is genomen dat hij vanwege broederdienst “buitengewoon dienstplichtig” wordt. Zelfs zijn lengte wordt niet opgemeten. De broer die wel in dienst moest is Jo. En dat heeft voor Jo verstrekkende gevolgen als hij in 1939 wordt gemobiliseerd. Hij is administrateur en komt vlakbij de Grebbelinie te liggen. Daarvandaan wordt hij als krijgsgevangene naar Duitsland vervoerd. Gelukkig mag deze groep krijgsgevangenen na 6 weken alweer naar huis.
2e rij 3e van links Dick, Co en twee vrienden
Dick heeft ooit stage gelopen bij een goudsmid vlakbij de Grote Markt in Haarlem. Voor die stage moest hij wel geld meenemen.
Of hij een vakdiploma bakkerij heeft gehaald is waarschijnlijk maar er zijn geen diploma’s bewaard gebleven. Hoewel hij eerst als beroep banketbakker opgeeft is hij toch vooral broodbakker geweest. In Haarlem heeft hij tot 1941/1942 als broodbakker gewerkt.
Bij de keuring van Dick wordt zijn beroep vermeld: banketbakker. Hij heeft 7 klassen lagere school gevolgd en de avond-vaktekenschool. In een krant uit 1932 staat dat hij overgaat van de tweede naar de derde klas. De hele opleiding duurt 4 jaar en wordt gegeven door de Teekenschool van de St. Jozefgezellen-vereeniging in Amsterdam. Deze vereniging had tot doel de positie van de arbeiders te verbeteren. De school was gevestigd aan de Stadhouderskade, vermoedelijk het Van Nispenhuis.
Maar dat was niet het enige diploma. In 1938 haalt hij het diploma handelskennis, zeg maar het middenstandsdiploma. Die cursus was georganiseerd door de afdeling Haarlem van de Christelijk Middenstandsbond. De examens waren op 24 juni 1938.
1938 was trouwens een topjaar, want op 6 augustus 1938 wordt de verloving van Riek Brijder en Dick de Kleuver bekend gemaakt. De receptie wordt gesplitst: op 6 augustus in Leerdam en op 8 augustus in Haarlem. Maar snel trouwen is er niet bij. Riek heeft een leuke baan en het huwelijk lijkt haar wel erg definitief.
Co, de 2 jaar oudere broer van Dick, overlijdt op 20 december 1941. Enkele maanden eerder was hij van een trap gevallen bij het schildersbedrijf waar hij werkte. Hij was herstellende tot hij plotseling overleed. Een enorme klap moet dat voor het gezin De Kleuver zijn geweest. Co was pas 28 jaar en getrouwd met Cornelia den Dolder. Co en Cornelia hadden toen 3 kinderen. (Een vierde kind was een meisje dat in 1939 is geboren, maar slechts 4 maanden oud werd.)
Op 6 juni 1942 overlijdt Her de Kleuver, de vader van Dick.
De trouwdag van het verloofde stel was al gepland, maar moest daardoor worden uitgesteld.
Op 5 augustus 1942 wordt in Leerdam het huwelijk gesloten tussen Dick en Riek.
Dick en Riek krijgen een huwelijksbijbel uit handen van dominee Herder, de voorganger van de Gereformeerde Kerk te Leerdam.
In de advertentie van 2 augustus 1941 in de Standaard vraagt D.R. de Kleuver “een net Kosthuis te Amsterdam, omgeving Iepenplein, tegen half Sept.” Brieven naar de Voorduinstraat 8 in Haarlem, waar zijn ouders wonen.
Op het Iepenplein was de bakkerij van Mors gevestigd, zodat mag worden aangenomen dat Dick inmiddels in Amsterdam werk had gevonden. En de advertentie heeft geholpen: Uit het bevolkingsregister weten we dat hij op 2 januari 1942 in de 2e Jansteenstraat nr. 80 bij ene Faber heeft gewoond. Op 5 augustus is zijn adres 2e Oosterparkstraat 75 3 hoog bij Van de Galien. Op 1 september gaat het jonge paar wonen bij Mendels in de Van Woustraat nr 4-I.
Dick heeft werk, maar Riek moest haar baan opgeven vanwege het huwelijk.
DE OORLOG
Dick heeft enige tijd verplicht gewekt op de ADM scheepswerf. Dat gebeurde in het kader van de arbeitseinsatz. Hij was ‘tegenhouder’, wat wil zeggen dat hij de klinknagels, die voor de verbinding tussen twee staalplaten van de schepen zorgen, moest tegenhouden. Aan de andere kant van de plaat werden de gloeiendhete klinknagels met hamerslagen platgeslagen. Na afkoeling krimpen de klinknagels zodat een hechte verbinding ontstaat.
Wanneer Dick dat precies moest doen en hoe lang hij daar werkte is niet bekend, maar op enig moment was het voorbij. Hij mocht daar niet meer werken omdat hij difterie had. Tenminste, dat staat in de brief van de huisarts, dokter Landheer. Bekend is dat de bezetter erg huiverig was voor besmettelijke ziekten.
Er zijn ook nog losse verhalen die de oorlog voelbaar maken:
Vader en moeder schuilend in een portiek omdat de Duitse bezetter de straat had afgezet om mannen op te pakken die de leeftijd hadden voor de arbeitseinsatz.
En het verhaal van de razzia, waarbij Joden in een tram werden gedreven. Dick heeft toen tegen een paar Joden gezegd dat ze met hem mee moesten gaan en zich onopvallend moesten gedragen. Dat heeft hen gered van deze razzia.
Aan het eind van de oorlog waren er schietpartijen door Duisters die nog niet ontwapend waren. Dat gebeurde op De Dam en bij het Vondelpark. Dick en Riek hebben dat op de Weteringsschans meegemaakt.
In de jaren 1940-1945 is er voor Dick en Riek erg veel gebeurd. Dick heeft een broer en z’n vader verloren. Ze zijn in die tijd getrouwd en hebben Amsterdam als thuisbasis gekozen. De Duisters hebben Dick gedwongen te werken op de ADM-werf. (ADM werd later NDSM.) Dick was toen bakker bij Mors op het Iepenplein. In 1943 werd de fiets van Dick gestolen, maar gelukkig vond hij deze terug, zoals blijkt uit de politierapporten uit die tijd. Ze trouwden en kregen kinderen: Harry in 1943, Lijda in 1944. De hongerwinter hebben ze meegemaakt en Riek is als zoveel anderen op voedseltocht gegaan.
NA 1945
Na de oorlog (ze woonden toen in de Rustenburgerstraat 82 huis) was Dick nog steeds bakker bij Mors en later bij Kempers in de zaak die doorliep van de Albert Cuypstraat naar de Gerard Doustraat. Ze verhuisden naar de eerste verdieping en daar werd in 1947 ik, Dicky, geboren.
Omdat Riek zwaar overspannen was moest zij in 1950 voor langere tijd worden opgenomen. Ze ging daarvoor naar een kliniek in Amerongen. Voor het gezin moest een oplossing komen. Harry bleef bij vader in de Rustenburgerstraat, maar Lijda en Dick werden bij Jaap en Grietje ondergebracht. Lijda ging korte tijd later naar Nel en Niek. Ook voor Harry werd een andere oplossing gevonden bij de familie Haverdings. Aartje Haverdings was collega van Riek in de verpleging. Zij heeft (ongeveer 1944) enige tijd bij Dick en Riek ingewoond. Na enkele maanden keerde moeder terug en kon het gezin herenigd worden. Dicky noemde zijn moeder “tante”. Erg pijnlijk, maar begrijpelijk: hij was nog zo jong.
Het leven als bakker betekende een bijzonder levensritme, ook voor de andere gezinsleden. Om 2 uur opstaan en na een snel ontbijt naar de bakkerij. De mensen willen elke dag vers brood. In de loop van de ochtend terug naar huis en dan naar bed. ’s Middags om 5 uur weer naar beneden om nog wat van het gezinsleven mee te maken. Daarna om 11 uur naar bed, maar de wekker werd weer opgewonden om op tijd aftelopen. Zaterdag moest hij er nog vroeger uit, maar als hij dan weer thuis kwam had hij twee broden achterop de fiets in een aftandse aktetas bij zich. Een beetje geplet door de snelbinders, maar erg lekker.
En soms mocht een van de kinderen het deeg dat nog binnen in zijn zegelring zat eruit pulken. Onvergetelijk!
En de fiets? Die werd op de schouder genomen, de smalle trap opgedragen en in de voorkamer, waar ook het opklapbed stond, gestald. Die konden ze niet meer stelen.
“Aan deze twee geboden hangt den gansche wet en de profeten”
Zondag was een dag waarop Dick op een gewone tijd opstond. Voor de kerkgang moest er nog gestofzuigd worden, maar dan ging het zwarte pak aan. Zeker als hij ouderling van dienst was. In Amsterdam wisselden de dominees elkaar af in de verschillende kerken. Dominee P.G. Kunst hoorde bij de Buiten Amstelkerk en preekte daar regelmatig, maar ook Plaatsman, Ridderbos, Kuitert, Van Andel en later Tuinman beklommen de groene preekstoel. De familie De Kleuver zat steeds op dezelfde bank: links vooraan, naast de ouderlingenbank. De organist Smit was een enkele keer ziek en werd dan vervangen. Maar eens was de nood hoog: geen organist en geen vervanger. Hoe het geklonken heeft weet ik niet, maar vader heeft toen op het kerkorgel het zingen begeleid.
Rieks ouders waren lid van de vrijgemaakte kerk (onderhoudende artikel 31) en Dicks ouders van de synodale kerk. De afsplitsing vond plaats in 1944, middenin de oorlog. Dat verschil in kerk was dus even een probleem, maar na gesprekken werd besloten om samen de “gewone” gereformeerde kerk te kiezen.
In die tijd was de dreiging van de wapenwedloop enorm. Adviezen van de overheid over hoe te handelen bij een atoomaanval werden gegeven. Bij een felle lichtflits, gevolgd door een enorme drukgolf onmiddellijk dekking zoeken, bijvoorbeeld onder de tafel. En de BB (Bescherming Burgerbevolking) werd opgericht. Ook Dick sloot zich daarbij aan en kreeg een blauwe overall, een helm en een speldje. Een ander speldje kreeg hij veel later: een gouden speld van de CNV als beloning voor 50 jaar lidmaatschap.
De vakanties in Ermelo kunnen de kinderen zich nog goed herinneren. Een van de kippenschuren van boer Van Putten werd gehuurd. Slapen op strozakken, wassen aan de ijskoude pomp; het was echt buiten leven. Meestal ging Riek vooruit, omdat Dick vanwege zijn werk pas later kon komen. Riek fietste dan met de kinderen (en poes Blacky in een zak in de zijtas) naar Ermelo. Dick kwam met de trein of soms met de boot. Ook de familie werd er bij betrokken. Op de fiets naar de boshut van oom Jaap in de buurt van Lunteren. Andere jaren kwamen vele neven en nichten met de vrachtauto van oom Jaap. Oma Brijder, tante Fem, allemaal zijn ze wel eens langs geweest.
in Ermelo met pa wassen aan de pomp fietspret aardappels schillen 6 augustus: Riek is jarig alle neven en nichten
De 2 tenten die later bij V&D gekocht werden waren enkeldaks. Riek combineerde de bakkerij met de vakantie door van meelzakken een over-tent te maken, waar de beide tenten onder pasten. Nog een grondzeil gemaakt en de ideale tent was klaar voor de fietsvakanties naar Limburg.
Kunderberg Limburg Oostenrijk
Toen de kinderen het huis uit waren lokte het buitenland. Reizen en bergen waren voor Riek onweerstaanbaar en dus reisden ze naar o.a. Italië, Oostenrijk en Zwitserland. En soms ging Fem ook mee.
Het werken in de bakkerij werd voor Dick steeds bezwaarlijker. Het was zwaar werk, met zakken van 50 kilo en nog veel handwerk. En soms kwam hij ziek thuis met een longontsteking.
Toen zich een kans voordeed om een bakkerij over te nemen is dat ook echt geprobeerd. Maar veel geld was er niet en de gereformeerde kruidenier, die dat geld zou kunnen lenen, zag er geen gezonde onderneming in. (Deze kruidenier kwam wekelijks de bestelde artikelen brengen in een grote rieten mand. De bestellingen werden genoteerd in een apart boekje, waarin ook de rekening werd opgemaakt.)
En dus werd nagedacht over ander, minder zwaar werk. Kampert en Helm, een drukkerij voor kettingformulieren zocht een hulp-rotatiedrukker. Met het aannemen van die baan moest Dick weer naar school. Hij leerde over lettertypes en inktsoorten, over grafische maten en papiersoorten. Rond z’n 50e lukte het hem ook daar een diploma te behalen. Hoewel de aniline-inkt slecht was voor zijn longen had hij het echt naar z’n zin in het bedrijf van Oostveen. De secundaire arbeidsvoorwaarden waren prima, er waren aardige collega’s en zijn werk als lid van de ondernemingsraad werd gewaardeerd. En in de lunchpauze snel Artis in met zijn jaarkaart.
De zangbundel van Johannes de Heer en de bundel “Kun je nog Zingen, Zing dan Mee”, waren vaste prik als de dames van de vrouwenvereniging Juliana van Stolberg in de Rustenburgerstraat langs kwamen. Pa op het harmonium en de dames in een kring erom heen. Gereformeerder kon het niet.
Hoewel? Dick was secretaris van de mannenvereniging “Schrift en Belijdenis”. Dat klinkt wel erg naar mannenbroeders die zich met geloofszaken bezighielden.
Ze zongen niet alleen thuis, maar waren ook lid van het Waalkerkkoor. Dat was een zeer levendige organisatie, met een kinderkoor waar Lijda en Dick meezongen. Dat koor organiseerde ook bijzondere reizen. Tweemaal naar Amerika en eenmaal naar Indonesië. Vader en moeder waren natuurlijk van de partij. Riek hield erg van reizen en dat het met zingen gecombineerd kon worden was fantastisch.
Er zat nog een ander aspect aan de baan bij Kampert en Helm: het bedrijf zou uitbreiden en zich verder specialiseren in kettingformulieren. Onder de naam Rotaform werd een vestiging in Lelystad geopend. Werknemers die daar wilden werken moesten dagelijks met de bus op en neer over de Oostvaardersdijk. Maar ze kregen ook bemiddeling bij het zoeken naar woonruimte aldaar.
Het duurde even, maar toen (december 1977) kwam de woning Schouw 05-17 beschikbaar. Vanuit het benauwde woninkje naar een echte eengezinswoning met tuin was een enorme stap. Riek wilde eerst niet maar was later laaiend enthousiast.
Snel daarna kon Dick met pensioen en dat was maar goed ook. Duidelijk was dat hij steeds vaker en ernstiger last kreeg van longemfyseem.
Barbara natspuiten 40 jaar getrouwd Terra Nova
In Lelystad werd een nieuwe kennissenkring opgebouwd. De kerk speelde daarin een grote rol. Aansluitend op de lange traditie in Amsterdam moest er in Lelystad ook gezongen worden. Dick en Riek hebben samen met anderen het koor Terra Nova opgericht.
Met de gezondheid ging het steeds slechter. Dick kreeg het steeds benauwder en bij een bezoek in Limburg bij Harry en Julia kreeg een klaplong. Met spoed werd hij opgenomen in het ziekenhuis van Roermond. Vanaf die tijd moest hij vaak naar het ziekenhuis. Met “pufjes” kon hij nog redelijk ademen, maar in 1986 werd hij opgenomen in het Zuiderzeeziekenhuis en overleed daar op 25 februari 1986.
Bang om te sterven was hij niet: “Ik weet waar ik naar toe ga”. Zijn hele leven vertrouwde hij op zijn Heer.
Het vroor hard toen hij op 1 maart onder grote belangstelling op Ölandhorst in Lelystad werd begraven.