Mina Rauch
Machiel zal het na de scheiding van Dirkje niet gemakkelijk hebben gehad. Hij raakte niet alleen zijn vrouw kwijt, maar ook zijn beide kinderen. In die tijd was hij magazijnbediende, een respectabel beroep, maar geen vetpot. Hij zocht en vond een nieuwe vrouw: Mina Rauch, die later vooral bekend werd als “oma Eiers”. Mina Rauch was een nicht van Machiel. Dat zit zo: De moeder van Machiel was Hendrina Velder en de moeder van Mina Rauch was Mina Velder. En Mina Velder en Hendrina Velder waren zusjes.
Mina Rauch werd geboren op 28 augustus 1873 in Nieuwer Amstel. (Nieuwer Amstel is deels opgegaan in Amsterdam. Het stadhuis staat nu nog aan de Amstel op de hoek van de Tolstraat.) Mina is het 7e kind in het gezin, maar één broertje was toen al op 2 jarige leeftijd overleden. Later zouden nog een broer en een zus overlijden op 22- resp. 24-jarige leeftijd.
Weinig bekend is dat Mina Rauch op 18 april 1897 zelf een dochter kreeg in het Buiten Gasthuis te Amsterdam. Dit meisje Francisca Mina Rauch is nog geen 8 maanden oud geworden. Op 6 december 1897 overlijdt ze. Mina Rauch woont dan bij haar moeder Mina Velder. (Haar vader Johan Jacob Rauch is in 1883 overleden.) Om de kost te verdienen is ze wasvrouw en trekt in bij haar zwager Willem Goosen. In 1904 verhuisde ze naar Buiksloot
Willem Wessels / Eiers
Willem, de zoon van Hennie Eiers wordt in Leiden in 1914 geboren als Willem Eiers. Hij krijgt als voogd Jan Willem Wessels. Bij KB (koninklijk besluit) wordt zijn naam gewijzigd in Willem Wessels, maar zijn voogd erkent hem nadrukkelijk niet als zoon. Het is een gezonde knaap die in 1933 bij de keuring geschikt verklaard wordt voor de militaire dienst. Hij weegt 61 kilo en is 1m 682 lang. Hij wordt buitengewoon dienstplichtig bij het 1e peloton wielrijders te Amersfoort.
Hij trouwt op 4 november 1943 met Gijsbertha van Oostveen en gaat wonen in de Waalstraat 141 2-hoog. Ze verhuizen in 1956 naar Haarlem. Pas later zouden zowel Coby en Henk als Corrie in de Waalstraat 137 resp. 139 komen te wonen. Het is goed mogelijk dat Corrie, toen ze nog op nr 120 woonde, wist dat haar neefje verderop in de straat woonde.
Willem krijgt een goede baan als procuratiehouder, misschien bij dezelfde firma in koloniaal waren als tijdens zijn keuring. Toen was hij kantoorbediende.
Toen Abraham Prenseler in 1972 overleed ondertekende Willem Wessels de rouwadvertentie in Het Parool. Zijn moeder was al in 1969 overleden.
Dirkje van der Heide
De echte moeder van Corrie was Dirkje van der Heide en het is goed het verdere leven van moeder Dirkje kort te beschrijven.
Op 10 december 1900 trekt zij in bij Martin Junge in Bussum (Conradstraat 166). Haar dochter Martina Maria wordt op 3 maart 1901 geboren. Acht maanden later trouwt ze met Martin op 13 november 1901 in Amsterdam. Haar ouders geven toestemming!
Van Martin zijn diverse beroepen bekend. Eerst is hij diamantslijper en daarna is hij beeldhouwer en meubelmaker.
Dochter Martina Maria Eiers is waarschijnlijk ook zijn dochter, maar Dirkje zal het kind de naam Martina Maria van der Heide geven. Ze wordt daarmee voor Dirkje haar “niet-erkende natuurlijke dochter”. (Volgens trouwakte van Martina Maria in 1932.) Er komen meer kinderen, allemaal meisjes die wel de naam Junge krijgen. Het zijn Elsabé in 1902, Johanna Louise in 1903, Hillegonda in 1904, Berendina in 1906 en Sijtske in 1907.
In 1933 komt ook dat huwelijk aan z’n eind. Martin zal opnieuw trouwen en de dochter van zijn nieuwe vrouw echten: zijn 7e dochter. En Dirkje trouwt in 1935 ook opnieuw. Haar derde man is Christiaan Cornelis Schults, voor wie dit ook het derde huwelijk is.
Dirkje heeft 10 kinderen gekregen.
Op 16 januari 1949 overlijdt Dirkje in Amsterdam.
Nico Vetter en zijn vrouw Maartje
Nico was op 12 augustus 1899 geboren en gereformeerd opgevoed. Toen hij 11 jaar was kwamen zijn ouders en hij in aanraking met het pinksterevangelie, waar hij enthousiast over was. Dat leverde hem een innerlijke strijd op, want ook “de wereld lokte”. Toen hij 16 jaar was koos hij “bij het Frederiksplein” voor zijn Heer.
Hij ontmoette Maartje van de Goor, waarmee hij op 12 februari 1919 trouwde. Hij was toen slager, maar zendingswerk in Congo leek hun beider roeping. Het werd Venezuela. Ze vetrokken in 1924 en hebben daar 11 jaar kunnen werken. Malaria bij Nico dwong hen terug naar Nederland. Zijn genezing door handoplegging en gebed maakte diepe indruk.
Hij werd in Haarlem beroepen als voorganger van de pinkstergemeente bij de Stichting Immanuel. Hij deed veel voor zijn gemeente, ook in oorlogstijd. Hij ging met een handkar Noord-Holland in om groente en aardappelen te halen voor gemeenteleden. Meer verhalen over hem in die tijd staan in het boek “Pinsteren in beweging” van C. van der Laan en P.N. van der Laan.
Nico had hartklachten en die werden hem fataal. Op 31 juli 1945 -Nederland was net bevrijd- overleed hij in Haarlem. Bij de begrafenis werd zijn inzet en verdiensten geprezen.
Zijn vrouw Maartje is teruggekeerd naar Venezuela (1947-1952). Van 1952 tot haar overlijden in 1970 was ze actief in de pinkstergemeente van Haarlem.